maandag 27 juni 2011

Vuurstenen


Met zoon Thomas laatst een straatje gelegd. Natuurlijk zou ik het ook best alleen kunnen doen, maar samen is leuker en vaak sneller. Bovendien is Thomas een grotere expert dan ik. Hij ‘straat’ af en toe bij een stratenmaker uit de buurt als bijverdienste. Hij wist me precies te vertellen hoe je die touwtjes spant als leidraad, wat handig werkt enzo. Ik ben dan weer meer van de praktische ondersteuning en de motivatie. Leuk om te zien hoe precies hij werkt en welke ideeën hij heeft. Met die waaltjes was het ook voor hem nieuw en dat onregelmatige van die steentjes kostte wat hoofdbrekens en doorzettingsvermogen. Op een gegeven moment wilde hij opgeven en een vriend vragen het een keertje af te maken. Nee, nu zijn we begonnen en maken we het samen af, vond ik. Gisteren bracht Thomas die trilmachine van de klus even mee en heeft hij de finishing touch eraan gegeven.

In onze VaderZoon weekenden stimuleren we dat samenwerken. Een voorbeeld is dat we fikkie gaan stoken. Daar is elke jongeman maar ook vader wel voor te porren. Nee, niet met lucifers of aansteker, dat is te gemakkelijk. Vuurslag, firesteel en vuurboog; ze mogen kiezen. Dat is echt moeilijk, na een uur is er meestal nog geen vuur. Schitterend die fascinatie, twinkeling en vastberadenheid in de ogen van die mannen. Opgeven is er niet bij, het moet en zal lukken.

Na anderhalf uur plaag ik ze een beetje. ‘Mannen, ik begin nu echt zin in een gebakken eitje te krijgen, waar is dat vuur?’ Dan het eerste gejuich als na de rook dan eindelijk die ontladende vlam tevoorschijn komt. Blijken ze geen brandbaar materiaal voorradig te hebben om het vuur aan te houden en dooft de zaak weer net zo snel. Een ervaring rijker en gemotiveerd door het weten dat het kan, lukt het ook de allerkleinsten. (Hmm…welke zin zal ik nu gebruiken als uitsmijter…?)

Raymond

maandag 20 juni 2011

Vaderdag

Mijn moeder had het al een hele tijd geleden aan mijn broer en mij gevraagd. Gisteren was het dan zover; we gingen het graf van onze vader eens onder handen nemen. De letters van de grafsteen waren na 27 jaar toch wel erg afgesleten. Daarnaast wilde mijn moeder het ‘tuintje’ op het graf kwijt. Ze is nu 83 en kan het niet meer onderhouden. We zouden de grond 10 cm afgraven en volstorten met grind. Mijn broer is net als ik ook zo’n praktische man, niet zo’n prater. Weet van aanpakken. Hij de verf, de kwastjes en het grind. Ik het worteldoek, de kruiwagen en de terpentine. We hebben kort overlegd, snel georganiseerd. Binnen een uurtje hadden we het gefixt. Wij kunnen dat wel.

Het bracht me weer even terug bij hem. Ik was 20 jaar toen mijn vader overleed. Veel te jong, met hartproblemen. Ik had toen nog niet zo’n bewust contact met hem in de zin dat we niet praatten over belangrijke dingen in het leven, over onze binnenwereld zal ik maar zeggen. Dat vind ik wel heel jammer want achteraf ken ik mijn vader eigenlijk niet zo goed. Hij was heel geliefd bij anderen en het deed me goed dat te zien. Hij was ook van een andere generatie dan ik. Hij geboren in ‘29 en ik in ‘64. Die generatie vaders deden meestal niet zo veel met hun kinderen; druk als ze waren met hun kostwinnerschap. Dat hoor ik meer om me heen. Ik merk dat ik het anders doe, misschien wel bewuster. Vandaar ook dat ik die VaderZoon weekenden organiseer. Om vaders een goede tijd met hun zoon te laten hebben. Hopenlijk inspireert het hen om ook bewuster met hun zoon om te gaan. Een mooi voorbeeld te zijn voor de jongen(s): ben je zelf eigenlijk de inspirerende man voor de jongen die eens was?


Mijn moeder kwam ook nog even het graf inspecteren toen we klaar waren. “Wat fijn, en mooi netjes is het weer!” “En hoe ging jullie samenwerking?” vroeg ze toen we terug liepen. “Ja prima”, dat kunnen die Hartmannen wel. Van wie zouden we dat hebben?

Raymond